Ingediend op 18/09/2017 om 12.48 uur Mening van de burger
Onlangs kreeg ik telefoon van een huisarts. Hij zat met een vervelende zaak. Een patiënt die hij sinds jaren kende en al een tijdje in een rusthuis verbleef, drong aan op euthanasie. Mijn confrater voelde zich er niet goed bij en twijfelde of de man in aanmerking kwam voor euthanasie. Aangezien zijn patiënt bleef aandringen, besloot de arts een collega een tweede advies te vragen. Die concludeerde dat de patiënt effectief niet voldeed aan de wettelijke voorwaarden voor euthanasie. Case closed.
Bedenkelijk verloop
Maar de oude man gaf niet op en uiteindelijk vroeg mijn collega nog een andere arts een advies. Die laatste kwam tot dezelfde bevindingen: euthanasie op basis van fysiek lijden was niet mogelijk, wel suggereerde hij dat euthanasie op basis van uitzichtloos psychisch lijden een mogelijke "oplossing" was, gezien het leed dat zijn lichamelijke beperkingen (slecht zicht, verminderde mobiliteit) met zich meebrachten. Hiervoor was bijkomend advies van een psychiater nodig. En zodoende belde de huisarts mij op. Ik vond het verloop van de casus bedenkelijk maar voelde bij mijn collega hoe zwaar dit verhaal op hem woog en liet me overtuigen de man op te zoeken in het rusthuis.
Niet "uitbehandeld"
Hij verwelkomde me hartelijk en vertelde waarom hij dood wou: uit levensmoeheid. Ik moest gauw het "licht op groen zetten" voor zijn dood. Hij smeekte me om hulp. Ik werd erg geraakt door het appel dat van hem uitging. Maar moest ik nu beslissen of die man het recht had te sterven of niet? En was er echt sprake van uitzichtloos psychisch lijden? Het was snel duidelijk dat er nog geen traject was opgestart om het psychische (existentiële) lijden te exploreren en te begeleiden. Hij was absoluut niet "uitbehandeld". Er leek mij nog heel veel mogelijk om die man opnieuw wat "zin" te laten ontdekken, ondanks zijn beperkingen. De huisarts was opgelucht met mijn negatieve advies en voelde zich gesterkt. Uit de omgeving kreeg ik evenwel felle, negatieve reacties: ze gaven mij het gevoel dat ik "onbarmhartig", harteloos en allesbehalve empathisch was. Hoe kon ik die man "in nood" het recht om te sterven ontzeggen? Daarvoor dient de wet toch?
Consequent en consequenties
Die casus liet me niet los. Wanneer ik dan lees dat dokters dringend moeten nadenken over euthanasie bij levensmoeheid of voltooid leven, dat we euthanasie "consequent" moeten doordenken, vraag ik me af wat de consequenties wel zijn. Voor ons allen en voor artsen in het bijzonder. Hoelang duurt het nog vooraleer het gewoon is een "spuit-je" te vragen als men oud is – en wie bepaalt daarbij wat "oud" is? Euthanasie schijnt steeds meer een "verworven recht" waarbij de wet een bijkomstig, vervelend detail lijkt. Het is moeilijk daar geen economische logica in te zien. En het is nog moeilijker niet cynisch te worden bij de gedachte dat tegemoetkomen aan zo'n doodswens een teken van "christelijke barmhartigheid" zou zijn.
De dam lijkt gebroken, de shift lijkt gemaakt. "Iedereen moet voor zichzelf kunnen beslissen wanneer het genoeg is", dat is het nieuwe normaal. Voor mij goed, maar wat zijn de gevolgen voor artsen en in het bijzonder voor psychiaters? Zonder daarvoor te kiezen, krijgen we de rol toegemeten van diegene die moet beslissen of een leven nog zin heeft. Ik heb als arts steeds gekozen voor de meest kwetsbaren – psychiatrische patiënten, ouderen met dementie, verstoten alcoholisten – en wil me voor hen blijven inzetten als "hoopverlener". Een samenleving die het evident vindt dat sterven op verzoek een recht wordt en dat artsen maar empathisch en barmhartig zijn als ze hierin zomaar meegaan, moet dringend eens nadenken welke toekomst ze aan het creëren is.
Dat de euthanasiewet niet deugt, wordt overigens nog maar eens bewezen. Men kan blijven "dokter-shoppen" tot iemand meegaat in het eigen verhaal. Hoog tijd voor een herziening van de wet waarbij het minimum een "a priori" evaluatie moet zijn: een grondige evaluatie van elke euthanasieaanvraag vóór de dood – en niet nadien, zoals de wet nu voorschrijft. Dat zou niet alleen meer houvast bieden aan de arts, maar ook meer zorgvuldigheid garanderen voor de patiënt en ervoor zorgen dat de samenleving waakzaam blijft voor het hellend vlak waarop we zijn terechtgekomen.
Opinie uit Tertio