Euthanasie Stop - https://www.euthanasiestop.be

... euthanasie uitbreiden tot kinderen en mensen met dementie ?

Uitgebreid zoeken OK
Euthanasie Stop > DE PARADOXEN VAN DE EUTHANASIEPRAKTIJK

DE PARADOXEN VAN DE EUTHANASIEPRAKTIJK

Ingediend op 10/12/2014 om 20.20 uur  Categorie Mening van filosofen

  • Imprimer

De legalisering van euthanasie heeft tot een aantal merkwaardige paradoxen geleid die ernstige vragen oproepen.

1. Vaak wordt euthanasie gevraagd omwille van (de angst voor) ondraaglijk lijden. Daartegenover staat dat de medische knowhow nog nooit zo ver heeft gestaan als nu, ook voor het bestrijden van pijn en ongemak in de terminale levensfase. Nagenoeg alle pijn kan draaglijk gemaakt worden, met palliatieve zorg en desnoods met palliatieve sedatie. Daarbij hoort het vermijden van medische hardnekkigheid. Toch euthanasie toepassen kan dus beschouwd worden als het failliet van palliatieve zorg.

2. Het recht om euthanasie te vragen stoelt op de eis tot zelfbeschikking. Daartegenover staat dat het autonome subject bij het uitoefenen van dit zelfbeschikkingsrecht precies door die daad zelf wordt uitgeschakeld. Alle kansen op verder beleven van vrijheidselementen, die ook in een terminale levensfase terdege mogelijk zijn, worden afgesneden. In de woorden van de Nederlandse ethicus Theo Boer: euthanasie is als stemmen op een dictator. Men oefent zijn democratische stemrecht uit, en net door de gemaakte keuze wordt dit recht in de toekomst tenietgedaan.

3. Voorstanders van euthanasie benadrukken de prioriteit van de vrije zelfbeschikking. Velen onder hen zijn mensen met een vrijzinnige levensbeschouwing. Binnen diezelfde opvatting vindt de theorie van een aantal hedendaagse neurowetenschappers, nl. dat de vrije wil niet bestaat – besluiten worden genomen door hersenprocessen vóór het individu zich daarvan bewust is – , veel aanhang. Hoe kan een subject dat niet over een vrije wil beschikt een vrij besluit nemen om euthanasie te willen?

4. Ook mensen met een psychiatrische aandoening hebben het recht euthanasie te vragen. Hoe vrij zijn deze mensen, wetende dat hun vermogen tot vrijheid misschien net door de ziektetoestand ingeperkt is, en in de toekomst ook weer zou kunnen toenemen?

5. Dank zij de medische vooruitgang is de gemiddelde levensduur sterk toegenomen. Veel mensen leven langer dank zij medicijnen en medische technologie. Men hoort dan ook soms de bewering dat we niet meer natuurlijk (lang) leven, en dat pleiten voor een natuurlijke dood dan ook zinloos is. Euthanasie zou daarom des te meer aan de tijd zijn. Dit uitvloeisel van het maakbare-mens-denken klopt echter niet. Ook een lang in leven gehouden lichaam kan men nog perfect natuurlijk laten sterven, hetzij door niet in te grijpen bij nieuw optredende levensbedreigende aandoeningen , hetzij door bepaalde reeds lang ingestelde behandelingen stop te zetten.

6. Na toegepaste euthanasie vult de arts op het overlijdensformulier "natuurlijke dood" in. Ook al wordt de euthanasie verplicht gemeld aan de evaluatiecommissie euthanasie, aan de burgerlijke overheid wordt een natuurlijk overlijden gemeld, hetgeen in feite een onwaarheid is. Dit is ook de gang van zaken bij euthanasie op psychiatrische patiënten, die niet aan een terminale ziekte lijden, geregeld een nog jonge leeftijd hebben en zonder de euthanasie wellicht nog vele jaren te leven hadden.

7. Een arts mag weigeren euthanasie uit te voeren, indien de wettelijke voorwaarden niet vervuld zijn of bij persoonlijke gewetensbezwaren. Dit laatste impliceert dat euthanasie geen normaal medisch handelen is en ook nooit zal worden: bij geen overige medische handelingen die voor de patiënt essentieel zijn mag een arts gewetensbezwaren inroepen om ze niet te hoeven uitvoeren. Voor deze handeling is de eed van Hippocrates speciaal gewijzigd – voorheen werd het ontoelaatbaar geacht dat een arts bewust de dood toebracht. Bij het naderen van de dood hoorde de medische wereld terug te treden en enkel nog de grootst mogelijke zorg te bieden tot de dood intrad. Nu dient medicus eigenhandig de dood toe.

8. Er is geen recht op euthanasie, enkel een recht om euthanasie te vragen. Maar het is de arts, in samenspraak met een of meerdere collega's, die beslist of de voorwaarden vervuld zijn. Dit plaatst de arts in een geheel nieuwe positie, door prof. Wim Lemmens het nieuwe paternalisme genoemd. Het is nu de arts die beslist over leven en dood. Van een bij uitstek ethisch-existentieel vraagstuk, het sterven, is een medische kwestie gemaakt.

9. Er zijn artsen die vanuit hun overtuiging geen euthanasie willen toepassen. Dan moet de patiënt zich tot een andere arts wenden. Dit houdt vaak in dat deze arts, vaak een (huis)arts die de patiënt voorheen niet kende, na een paar gesprekken de uitvoerder van de euthanasie wordt. Hoe integer en betrokken deze arts zijn taak ook opneemt, het is een situatie die in schrille tegenstelling staat met een van de fundamenten van de huisartsengeneeskunde: dat een langdurige persoonlijke patiënt-artsrelatie een pijler is voor een goede gezondheidszorg. Voor een van de meest existentiële gebeurtenissen in een mensenleven treedt plots een arts op die voor de patiënt een onbekende is, en stelt deze arts een existentieel zeer ingrijpende daad bij een hem onbekende patiënt.

10. Euthanasie wordt doorgaans toegepast in de impliciete overtuiging dat na de dood met het lichaam ook de gehele existentie van de persoon verdwijnt en dat dus de wijze van sterven er niet toe doet. Zodra de hersenen geen geest meer produceren verdwijnt ook deze geest. Het is echter wetenschappelijk nog absoluut niet uitgemaakt of de hersenen de geest veroorzaken, dan wel enkel de materiële drager zijn voor het bewustzijn. Eerlijke neurowetenschappers erkennen dat daarvoor de meetinstrumenten ontoereikend zijn. Wat is bewustzijn? Er zijn ook hedendaagse filosofen die stellen dat bewustzijn c.q. zelfbewustzijn, en zelfs leven, tot een andere ontologische laag behoren dan puur fysisch-chemische processen en (tevens) aan andere wetten onderhevig zijn. Het is dan ook niet ondenkbaar dat de geest na het overlijden in die andere laag verder bestaat. Zolang dit niet mee in de overwegingen omtrent euthanasie wordt opgenomen, is men met het toepassen ervan in feite bezig als een leerling-tovenaar.


Auteurs (Alle auteurs)